Niet alleen zijn er – zoals in vele landen – de menselijke en economische tol van de coronacrisis. Twee jaar geleden brak in het land ook grote sociale onrust uit. Eind 2019 werd wekenlang betoogd tegen de grote sociale ongelijkheid in het nochtans welvarende land. Een kleine prijsverhoging van de metrokaartjes in de hoofdstad Santiago leidde tot een breed gedragen volksprotest tegen het neoliberale beleid, de scheefgetrokken machtsverhoudingen en het gebrek aan sociale rechtvaardigheid.
Uiteindelijk richtte het protest zich ook tegen de zeer liberale grondwet, die nog uit de tijd van de dictatuur van Augusto Pinochet (1973-1990) stamt. Na maanden van protest stemde de zittende president Sebastián Piñera in met de oprichting van een grondwetgevende vergadering die een nieuwe grondwet zal schrijven. De 155 leden komen uit verschillende lagen van de maatschappij: politici, sociale leiders, milieuactivisten, advocaten, huisvrouwen, economisten, leerkrachten, … Ze krijgen 9 tot 12 maanden de tijd. Hun werk zal uiteindelijk in een referendum worden voorgelegd aan de bevolking.