Oorlog Israël-Hamas
De Palestijnse dichter Mosab Abu Toha is opgepakt door Israëlische troepen toen hij met zijn gezin Gaza probeerde te verlaten, zeggen zijn familie en vrienden. Sindsdien heeft zijn familie geen contact meer met hem.
Mosab Abu Toha is amper dertig, maar schreef zich al een internationale reputatie bij elkaar. De Amerikaanse vertaling van zijn debuutbundel, Things you may find hidden in my ear, werd in de VS lovend onthaald en bekroond met verschillende prestigieuze prijzen. Geboren en getogen in het vluchtelingenkamp van Al-Shati schrijft Abu Toha over het moeilijke leven in Gaza zoals hij dat meemaakte als kind, en nu beleeft als jonge vader van drie. ‘In zijn poëzie getuigt hij van de eindeloze spiraal van geweld en vernietiging in zijn geboorteland, en toch is zijn poëzie geïnspireerd door een diepe menselijkheid. Hij contrasteert scènes van politiek geweld met de schoonheid van de natuur’, schreef The New York Times. Sinds de oorlog begon met de aanval van terreurgroep Hamas op Israël op 7 oktober, publiceerde Abu Toha essays en gedichten over de situatie in Gaza in een aantal Amerikaanse kranten en bladen, waaronder The New Yorker, The Washington Post, The New York Times Magazine en The Atlantic. Ook op sociale media rapporteerde hij over de gebeurtenissen.
Evacuatie naar Egypte
Abu Toha was in 2019 een tijdlang poet in residence aan de universiteit van Harvard en voltooide nog maar onlangs een opleiding aan de universiteit van Syracuse. Zijn driejarige zoon werd in de VS geboren en heeft dus de Amerikaanse nationaliteit. De Amerikaanse autoriteiten hadden hem laten weten dat de jongen kon worden geëvacueerd naar Egypte.
‘Uiteindelijk slaagde Abu Toha erin ook de namen van hem, zijn vrouw en de andere kinderen op de evacuatielijst te krijgen’, getuigt Diana Buttu, een Palestijns-Canadese advocate, vriendin van Abu Toha en voormalig woordvoerder van de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie PLO in The Guardian. ‘Toen het gezin zondag van noord- naar zuid-Gaza reisde op weg naar de grensovergang met Egypte in Rafah, werden ze samen met een grote groep andere Palestijnen tegengehouden bij een checkpoint van het Israëlische leger. Ze moesten hun armen in de lucht steken. Mosab moest zijn zoontje op de grond zetten en werd toen door het leger meegenomen, samen met een tweehonderdtal andere mannen’, zegt Buttu op basis van het relaas dat Abu Toha’s echtgenote haar heeft gedaan. ‘Zijn echtgenote heeft sindsdien niets meer van hem gehoord.’
Panikeren en ademen
Abu Toha en zijn gezin waren eerder uit hun thuisstad Beit Lahia gevlucht naar het vluchtelingenkamp van Jabalia, waar ze te horen kregen dat hun huis was gebombardeerd. Op 6 november beschreef hij in een stuk in The New Yorker hoe hij naar zijn huis fietste in de hoop wat er nog overbleef van zijn persoonlijke bibliotheek uit het puin te kunnen redden. ‘Ik hoop tenminste een exemplaar van mijn eigen poëziebundel terug te vinden,’ schreef hij, ‘misschien in de buurt van de olijfboom van de buren, maar er is niets dan puin, niets dan de geur van ontploffing. Nu zit ik in mijn tijdelijke huis in het kamp van Jabalia, te wachten op een staakt-het-vuren. Het voelt alsof ik in een kooi zit. Ik word dagelijks vermoord, samen met mijn volk. De enige twee dingen die ik kan doen, is panikeren en ademen. Er is geen hoop hier.’
Waar Abu Toha zich nu bevindt, is niet geweten. Het Israëlische leger liet aan The Washington Post weten dat het de arrestatie onderzoekt. Het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken beschikt niet over verdere informatie, aldus CNN.